De geboorte van een nieuwetijdskind leidt tot een transformatieproces van de ouders.

Steeds vaker hoor ik verhalen van ouders van nieuwetijdskinderen, waarin zij aangeven dat hun leven begon te veranderen vanaf het moment van de geboorte van hun kind. Soms, vertellen zij, begon die verandering zelfs al kort na de conceptie van het kind. Nu brengt natuurlijk de komst van elk (nieuw) kind in een gezin een grote verandering teweeg: het kind staat in het centrum van de aandacht en vraagt van de ouders om voorlopig even af te zien van zichzelf om de taken te kunnen volbrengen die nu eenmaal horen bij de verzorging van een pasgeborene. Die verzorging vergt zoveel tijd en inzet dat het ‘gewone’ leven van de ouders, in ieder geval tijdelijk, helemaal op zijn kop komt te staan.
Toch is dat het niet, wat de ouders mij met hun verhalen duidelijk willen maken. Wat zij ervaren (hebben) is iets anders: het is, vertellen zijn, alsof er mét hun kind allerlei energieën meekomen die sterk op hen, de ouders, inwerken en die hen onontkoombaar in een transformatieproces brengen.
Dat transformatieproces heeft dan altijd te maken met ‘worden die je eigenlijk bent’.
Het is alsof ineens alle innerlijke muurtjes beginnen om te vallen, alsof er een sterke aandrang voelbaar wordt om nu eens te leren jezelf, open en kwetsbaar te zijn.
Ook voelen zij een onontkoombare aandrang om vanuit het hoofd af te dalen naar het hart en om hun gevoelens eerlijk onder ogen te zien en die serieus te nemen en ze niet langer weg te denken.
Daarnaast zijn er ouders die vertellen over een stroom van zogenaamde toevalligheden die hen sinds de geboorte van hun kind begon op te vallen.
Het zal duidelijk zijn dat de ouders in het begin zelf niet kunnen begrijpen wat er nu eigenlijk met hen gebeurt en wat er aan de hand is. Ze merken alleen maar dat er vanbinnen van alles gebeurt, dat allerlei onbekende gevoelens en emoties naar boven komen en dat ze langzamerhand de controle over zichzelf en over de gewone gang van zaken beginnen te verliezen.
Pas (veel) later beginnen ze dat plotselinge proces te begrijpen en te herkennen.
En dan zien ze ineens dat dit op de een of andere manier samenhangt met hun pasgeboren kind.
Het zal ook duidelijk zijn dat nogal wat ouders die met een dergelijke ervaring geconfronteerd worden, problemen krijgen met elkaar. Het lijkt wel alsof alle onvrede die ze een leven lang hadden weggestopt, ineens naar boven komt. En voor sommige ouders is hun partner degene op wie zij die onvrede (dikwijls onbewust) projecteren.
Daarom gebeurt het vaker – gelukkig niet altijd – dat de geboorte van een nieuwetijdskind leidt tot een breuk tussen de ouders. Dat is voor velen wel een schokkende en diep ingrijpende ervaring:
Ze begrijpen eigenlijk helemaal niet wat er met hen vanbinnen gebeurt, ze hebben het al zo druk met hun kind, en nu krijgen ze ook nog eens problemen met elkaar.
Mona Lisa
De glimlach van Mona Lisa
Hoe is dit alles mogelijk? Met name de uitgesproken nieuwetijdskinderen, zoals de kristalkinderen, nemen een ander, hoger bewustzijn met zich mee. Velen zeggen dat de verschillende groepen nieuwetijdskinderen elkaar opvolgen en steeds krachtiger op hun omgeving inwerken. Het begon met de nieuwetijdskinderen en de indigokinderen. Daarna hoorden we over de sterrekinderen. Vervolgens weer over de kristalkinderen. En de laatste tijd, zo wordt gezegd, komt er alweer een nieuwe groep nieuwetijdskinderen naar de aarde: de regenboogkinderen.
Al deze kinderen komen uit een bepaalde geestelijke wereld die hen het nieuwetijdsbewustzijn dat hen eigen is, meegeeft en het hen mogelijk maakt dit bewustzijn op aarde uit te dragen.
Maar het sterkst is dat bewustzijn bij de laatste groepen: de kristalkinderen en de regenboogkinderen. Bij hen is dat nieuwetijdsbewustzijn geworden tot een specifieke, omvormende nieuwetijdsenergie die zij vanuit de geestelijke wereld met zich mee naar de aarde nemen: het omhuld hen en draagt hen op hun tocht naar de aarde, en het is die energie die transformerend op de ouders begint in te werken om ook hen naar een ander, hoger bewustzijn te verheffen.
Leonardo da Vinci schilderde ooit het beroemde portret van de Mona Lisa.
Het schilderij is zo beroemd vanwege de mysterieuze glimlach van de afgebeelde vrouw, Mona Lisa.
Was zij misschien zwanger?
Zelf zie ik namelijk iets van deze zo bijzondere glimlach terug in het gezicht van praktisch elke zwangere vrouw verandert immers: het lijkt wel of het komende kind met zijn energieën inwerkt op de ziel en het hart van zijn aanstaande moeder. En volgens de esoterische traditie ís dat ook zo: de energieën die het komende kind naar de aarde dragen, werken, samen met de beschermengel van het kind, transformerend op de moeder in. En het zijn dan ook deze energieën, die de geheimzinnige, wetende glimlach op haar gezicht leggen.
Ik noem dit voorbeeld om daarmee duidelijk te maken dat het eigenlijk iets heel gewoons is, dat met een kind ook heilige energieën vanuit de geestelijke wereld meekomen en een zekere uitwerking op de moeder hebben. De energieën echter die de kristalkinderen en regenboogkinderen in deze tijd meenemen, zijn veel sterker, en hebben niet alleen op de moeder, maar vaak ook op de vader een krachtige inwerking. Deze inwerking leidt er uiteindelijk meestal toe dat moeder en/of vader spiritueel ontwaken en geestelijk bewust worden.
Soms brengt het beide die bewustwording, maar vaker slechts een van hen beiden.
Het transformatieproces van de ouders
De transformatie die het nieuwetijdskind als vanzelf bij de ouders bewerkt, begint heel eenvoudig: dit omvormingsproces wil de ouders allereerst milder maken en begrip bij hen wakker roepen voor mensen (zoals het nieuwetijdskind zelf) die anders in het leven staan, anders denken, anders voelen en anders geloven (of weten). Dat is overigens niet eens zo’n gemakkelijke opgave: een dergelijk begrip vergt namelijk van de ouders om niet langer hun ego als maatstaf voor hun handelen en denken te nemen, maar de stille kracht van het hoger zelf. Het ego vindt namelijk alle mensen die anders zijn, maar vreemd en zelfs gevaarlijk. Het hoger zelf daarentegen verheugt zich in de heel eigen wijsheid en kleurigheid van de ander. Deze opgave – die op het eerste oog zo eenvoudig lijkt – vergt in werkelijkheid een geduldig en volhardend werken van de ouder aan zichzelf: alleen dat maakt de stap vanuit de sfeer van het ego naar de sfeer van het hoger zelf mogelijk.
En al die emoties, de verwarring en de chaos, waarmee het transformatieproces begint, hebben dát op het oog: dat de ouder aan zichzelf gaat werken en op die manier geestelijk begint te groeien.
Het omvormingsproces dat het nieuwetijdskind bij de ouders oproept, leidt daarnaast als vanzelf tot een tweede opgave: om te leren luisteren naar wat het kind over de toekomst duidelijk weet te maken. Met zijn hele wezen, zijn manier van denken en van reageren op bestaande situaties laat het nieuwetijdskind zien hoe de mensheid zich in de nabije toekomst zal gaan ontwikkelen. Het laat bijvoorbeeld met zijn gedrag – we zagen dat eerder al (in vorige nummers)– regelmatig zien dat het maar weinig op heeft met de huidige manier van opvoeden en onderwijs, zoals dat op de meeste scholen van tegenwoordig gebruikelijk is. Ze laten daarnaast zien dat ze niet tegen holle autoriteiten kunnen: je moet niet een autoriteit spelen, maar het van binnenuit zijn. Ook maken ze bijvoorbeeld duidelijk dat ze zich alleen op een creatieve en speelse manier kunnen ontwikkelen en alleen maar met het hart kunnen leren.
En al dat materialisme en die geldzucht van tegenwoordig: het nieuwetijdskind vindt dat totaal onbelangrijk en vind het veel belangrijker om je in te zetten voor de liefde.
In al deze dingen belichaamt het nieuwetijdskind in zekere zin al de nieuwe mens die in deze tijd geboren wil worden: de mens die meer en meer leeft vanuit de sfeer van het hoger zelf, en steeds minder in de sfeer van het ego.
De mens ook die niet langer in de sfeer van “hebben” wil leven, maar in de sfeer van het “zijn”.
Van de ouder wordt daarbij gevraagd om leerling van het kind te willen zijn, zo goed als het kind trouwens in andere opzichten de leerling van de ouder(s) is.
Het nieuwetijdskind vergt dus van de ouder de bereidheid om in gelijkwaardigheid en wederkerigheid aan elkaar te groeien en te ontwikkelen.
Voor de nieuwetijdskinderen zelf is die gelijkwaardigheid vanzelfsprekend en zij begrijpen de ouders niet die hen op de ‘oude’ manier willen opvoeden: autoritair, zonder echt te luisteren, en zonder zelf kwetsbaar te zijn.
Een vierjarige jongen zei tegen zijn moeder: De vorige keer was ik jouw moeder, nu ben jij mijn moeder. Het zijn dergelijke opmerkingen, waarmee een kind de principiële gelijkwaardigheid tussen ouders en kind duidelijk maakt: toevallig is de een nu het kind en de ander de moeder, maar eerder was dat precies omgekeerd, en ook in de toekomst zullen die rollen steeds weer wisselen.
Wie dat werkelijk beseft, gaat met meer eerbied en met een sterker gevoel voor gelijkwaardigheid met het kind om.
Als ouders bereid zijn met hun hart naar hun kind te luisteren, zullen ze langzaam ook zelf een gevoel ontwikkelen voor wat er allemaal veranderen moet in onze samenleving, wil deze geschikt zijn voor de kinderen van een nieuwe tijd.
En wanneer ze dat eenmaal in het oog krijgen, zullen ze hun kind daardoor ook de zinvolle opvoeding kunnen geven, waarop het hoopt, en waarom het die ouders heeft uitgekozen.
Het kind wist immers dat deze ouders tot een dergelijke vorm van écht luisteren in staat zouden zijn en daardoor in staat zullen raken hem volmondig te ondersteunen bij het vervullen van de opdracht, waarvoor hij naar de aarde gekomen is.
Dat het transformatieproces, waarin ouders van een nieuwetijdskind soms terecht komen, niet eenvoudig is, maken de ouders op alle mogelijke manieren duidelijk. De één zegt bijvoorbeeld:
Ik ben mijn leven opnieuw aan het uitvinden. Een uitspraak waarmee ze duidelijk maakt dat het omvormingsproces ook werkelijk heel ingrijpend is, en raakt aan de fundamenten van haar leven. En een ander zegt: Niets is meer zoals het was, en alles begin ik in een ander licht te zien.
Ook een dergelijke uitspraak benadrukt de heftigheid van het proces.


Het gaat om de opbloei van de liefde

Het gaat om de opbloei van de liefde
De uitgesproken nieuwetijdskinderen hebben een passie voor rechtvaardigheid, voor waarheid en voor fair play. Let er maar eens op, hoe heftig ze kunnen reageren, als iemand liegt en onwaarheid spreekt. Let op hun reactie, als iemand niet eerlijk is of vals speelt. Hoor, hoe fel ze reageren kunnen, als iemand sjoemelt met de waarheid om zelf beter voor de dag te kunnen komen: ze verdragen het gewoon niet. Deze zin voor waarheid en eerlijkheid vormt, als ik het goed waarneem, de basis voor hun uitgesproken zin voor liefde.
Liefde is essentieel en onmisbaar voor een nieuwetijdskind.
En uiteindelijk willen ze dan ook, dat ook hun ouders dat niet alleen begrijpen, maar dat deze zelf ook met de kracht van hun hart doorvoelen, hoe beslissend de liefde wel is.
Ik denk dat we mogen stellen dat het transformatieproces, waarin ouders van nieuwetijdskinderen steeds vaker terechtkomen, gericht is op die liefde: alle emoties en gevoelens, al die onmacht of kortzichtigheid die de volle opbloei van de ware liefde in de weg staan, moeten worden opgeruimd.
Opdat de liefde zich ook in het hart en in het leven van de ouders in al haar schoonheid kan ontvouwen. Al deze overwegingen leiden dus tot het volgende inzicht: voor nieuwetijdskinderen die zo afhankelijk zijn van hun ouders en die zo haarscherp hun ouders aanvoelen, is het belangrijk dat hun ouders niet alleen begrijpen dat liefde voor hun kind zo belangrijk is, maar dat hun ouders zelf ook de ontvouwing van de liefde in hun eigen hart met alle kracht nastreven. Want dán kunnen de kinderen écht met hun ouders delen, wat voor hen zelf zo allesbeslissend is. Als nieuwetijdskinderen met ouders moeten leven die dit niet vanbinnen uit begrijpen en respecteren, voelt dat voor hen steeds weer, alsof hun vader en/of moeder hen in de steek laat en hen in wezen heel alleen laat.
Ouders moeten hen toch helpen de weg in het leven te vinden?
Ouders zijn er toch om hen te bevestigen in hun verlangens, in hun eigenheid en in hun levensopdracht? En hoe kunnen ze dat nu ooit waarmaken, als ze zelf niet werkelijk vanbinnen uit de kracht van de liefde kennen? Daarom mag je zeggen dat elk nieuwetijdskind in wezen maar één vraag aan de ouders stelt: ben je bereid op zoek te gaan naar de liefde in jezelf en ben je bereid de ontvouwing van die liefde in je hart tot je hoogste levensdoel te maken?
Natuurlijk beschrijf ik dit nu met de woorden en inzichten van een volwassene: geen kind zal dat zo zeggen. Maar dit is naar mijn diepste overtuiging, wat ik nieuwetijdskinderen eigenlijk hoor zeggen en wat ik van hen meen te verstaan.

De boodschap van een ongeboren kind

Vaak leggen nieuwetijdskinderen al voor hun geboorte een verbinding met de moeder en soms ook met de vader. Meestal gebeurt dat op zo’n stille manier, dat ouders het zich niet bewust worden, maar even vaak worden ouders het zich wel bewust. Zo geven sommige nieuwetijdskinderen tijdens de zwangerschap van hun moeder alvast de naam door die ze (willen) hebben. Dat doen ze in een droom, maar bijvoorbeeld ook zo, dat een ouder plotseling vanbinnen een naam hoort/voelt/weet, en tegelijk meteen weet: dát is de naam van mijn kind.
Andere keren laten ze hun moeder alvast iets van hun wezen ervaren en dat is iets dat op vele moeders een diepe indruk maakt. Weer andere moeders voelen zich in de tijd van de zwangerschap als het ware ‘opgetild’, alsof ze in een andere sfeer, in een ander bewustzijn verheven worden.
Ach, er zijn zoveel subtiele manieren, waarop het komende kind zich kenbaar maakt aan de ouders en van tevoren alvast boodschappen doorgeeft. Een moeder hoorde plotseling in meditatie een kinderstem zeggen: Wees maar niet bang, het lijkt eerst wel slechter te gaan, maar het wordt alleen maar beter. De moeder wist meteen dat het haar komende kind was, die haar deze boodschap doorgaf. Deze ervaring maakte een diepe indruk op haar. Het gaf haar houvast, toen zij en haar man na de geboorte van hun dochter ernstige problemen kregen die zelfs op een scheiding uitliepen.
Maar uiteindelijk bleek die scheiding haar de ruimte te geven zichzelf te worden en het haar mogelijk te maken al haar verborgen kanten te leren kennen en te ontdekken. En toen ze, na een tijd van diepgaande veranderingen in zichzelf, een nieuwe man leerde kennen, vond ze bij deze partner de rust, het vertrouwen en de inspiratie die ze bij haar eerste partner nooit gevonden had. Toen ze me dit alles vertelde, sloot ze haar verhaal af met de woorden: Ja, ik kan alleen maar de boodschap van mijn dochter bevestigen dat het uiteindelijk alleen maar beter zou worden.

De hulp die ouders aan hun nieuwetijdskind mogen geven.

Het transformatieproces, waarin ouders van een nieuwetijdskind soms terecht komen, is voor het kind heel belangrijk. Het kind heeft namelijk een sterke verbinding met de geestelijke wereld: het wéét dingen die voor anderen verborgen zijn. En het heeft ouders nodig die hem kunnen bijstaan bij het verwerken en begrijpen van deze ervaringen. Wat betekenen die ervaringen?
Wat zijn goede ervaringen, en wat niet? En als je angstige ervaringen krijgt en bijvoorbeeld duistere entiteiten ziet, hoe moet je daar dan mee omgaan? En als je aan diens aura ziet dat een volwassene in jouw omgeving binnenkort zal gaan sterven, wat moet je dan met die informatie? En als je plotseling je gestorven opa of oma in de kamer ziet staan, mag je daar dan thuis onbevangen over praten, omdat je ouders dit soort ervaringen begrijpen en een plaats kunnen geven in hun hart?
Dit zijn nog maar een paar vragen, waarmee heel wat nieuwetijdskinderen in onze tijd geconfronteerd worden. Het zal duidelijk zijn, hoe belangrijk het voor hen is om ouders te hebben die hen juist bij deze vragen een beetje kunnen begeleiden en die hen wegwijs kunnen maken in de geestelijke wereld die voor hun kind werkelijkheid is: ze kijken immers regelmatig door de sluier die andere wereld binnen. Ouders kunnen hun kind in dit opzicht echter alleen bijstaan, als ze zelf geleerd hebben voor deze dingen open te staan en die te begrijpen. Vandaar dus dat het transformatieproces, waar ze na de geboorte van hun kind soms doorheen gaan, zo belangrijk is.
Overigens gaat dat leerproces meestal vanzelf: ik ken heel wat ouders die, als het ware wakker geschud door hun kind, het ene boek na het andere gingen lezen en de ene cursus na de andere bezochten om maar te kunnen begrijpen.
Er ontstond in hen een diep verlangen om te begrijpen. En hoe druk ze het ook hadden met de verzorging van hun kind(eren), tussendoor vonden ze steeds weer momenten en ogenblikken om te kunnen lezen en zo de honger van hun ziel te kunnen bevredigen.
Belangrijk is ook dat ouders bij hun eigen transformatieproces het belang van aarden of gronden leren kennen: hoe kun je met beide benen op de grond blijven staan, terwijl je steeds gevoeliger wordt voor die andere, geestelijke wereld? Als ouders zelf geleerd hebben hoe ze dat kunnen doen: aarden en gronden, dat kunnen ze dat spelenderwijs ook hun kinderen bijbrengen.
En tenslotte is het belangrijk dat ouders hun kind kunnen leren om vol eerbied met hun geestelijke, helderziende, helderhorende of heldervoelende ervaringen om te gaan.
Alleen wie eerbiedig en respectvol met deze dingen omgaat, zal in die houding als vanzelf bescherming vinden tegen negatieve ervaringen en duistere entiteiten.
Als je dit alles eens in alle rust tot je laat doordringen, wordt het waarschijnlijk al wat duidelijker, hoezeer het nieuwetijdskind zijn ouder(s) een nieuwe wereld binnenvoert.
Ook wordt dan, vermoed ik, de zin van dat transformatieproces duidelijk, waarin je kind je als vanzelf betrekt.

Een zorg die ik met u wil delen

Misschien is dit het juiste moment om een bepaalde zorg met u, mijn lezeressen en lezers, te delen.
Om die zorg toe te lichten, eerst het volgende: de eerste generaties nieuwetijdskinderen hebben de ogen van vele geopend voor de realiteit van de geestelijke wereld. Steeds meer mensen beginnen te beseffen dat dood niet dood is, maar dat het leven aan de overkant van de dood voortgaat.
Steeds meer mensen ervaren het contact met een gestorven geliefde. Steeds meer mensen realiseren zich dat er werkelijk geestelijke wezens bestaan, engelen, die voor ons willen zorgen en ons willen begeleiden en bijstaan. Steeds meer mensen raken vertrouwd met vorige levens, met karma en met regressie. Je zou deze groeiende openheid in onze samenleving voor deze nieuwe inzichten de eerste stap kunnen noemen in het grote transformatieproces waar de aarde en de mensheid op dit moment doorheen gaat.
Nu volgt de tweede fase: die houdt in dat wij nu vervolgens ook leren om met deze nieuwe inzichten ook werkelijk in een sfeer van grote eerbied en ernst om te gaan en ze niet op een goedkope manier te misbruiken. In dit laatste geval ontstaat namelijk een gevaarlijk en duister occultisme.
En dat ontstaat overal daar, waar mensen deze nieuwe mogelijkheden, begaafdheden en inzichten alleen maar gebruiken in de sfeer van het eigenbelang. Een gevaarlijk occultisme ontstaat daar, waar mensen bijvoorbeeld helderziendheid alleen maar gebruiken om snel rijk te worden of om de aandacht te trekken. Het ontstaat daar, waar mensen erop uit zijn om met de doden te communiceren zonder te beseffen, hoeveel kwaad je hen kunt aandoen, wanneer je ze uit eigenbelang naar je toehaalt. Ook ontstaat dit negatieve occultisme daar, waar mensen er vooral aan verdienen willen en hun begaafdheden op dit vlak dus in de sfeer van het ego en de daarbij behorende hebzucht gaan gebruiken.
De tweede fase van het grote transformatieproces dat wij nu doorleven, zal dan ook een wereldwijde worsteling inhouden om de nieuwe begaafdheden en inzichten die de nieuwetijdskinderen ons aanreiken, op een eerbiedige en respectvolle manier te leren gebruiken, en wel in de sfeer van ons hoger zelf.
Iedereen die daartoe bereid is, zal, net als ouders van nieuwetijdskinderen dat in deze tijd ervaren, al doende ontdekken dat je dan allereerst met jezelf aan de slag zult moeten gaan.
Dat je je angsten eerlijk onder ogen zult moeten durven zien en die zult moeten leren loslaten.
Dat je de muren om je hart zult moeten onderkennen en dat je die zult moeten afbreken.
Dat je eerlijk naar jezelf moet leren kijken en ga zo maar door.
Alleen als we bereid zijn aan onszelf te werken, en steeds weer bereid zijn om te zoeken hoe we het meesterschap over ons ego kunnen verwerven, zal het ons lukken de nieuwe begaafdheden en de nieuwe inzichten die nieuwetijdskinderen ons aanreiken, in de juiste sfeer van het hoger zelf te gebruiken.
Ik hoop dat ook dat we in de nabije toekomst deze ene vraag steeds weer met elkaar zullen bespreken, met elkaar onder ogen zullen zien en in ons eigen leven centraal zullen stellen:
Hoe ga ik op een juiste en zinvolle manier om met de nieuwe inzichten van deze tijd?
© Hans Stolp. Website Hans Stolp
met toestemming overgenomen uit het kwartaalblad van Stichting de Heraut
Verwachting nr. 54, maart-mei 2010. via de website www.Stichtingdeheraut.nl kun je je abonneren op dit kwartaalblad